Zwaluwen nestelen zich bij Foreholte
In de jaren direct na de tweede wereldoorlog werd door de NKS (Nederlands Katholieke Sportfederatie), waarbij ook onze voetbalclub Foreholte was aangesloten, een handbalcompetitie georganiseerd voor dames. Een aantal dorpen in de bollen/rijnstreek had zich daar al snel bij aangesloten: HVL Leiden, MSV Noordwijk, MMO Hoogmade, HVS Stompwijk, VVSB Noordwijkerhout en Van Nispen uit De Zilk speelden een competitie tegen elkaar in een afdeling Leiden van de NKS.
In 1952 besloot een groep dames uit Voorhout ook een handbalclubje te beginnen en zij sloten zich aan bij de NKS onder de naam De Zwaluwen. Met 1 elftal senioren werd gespeeld in de ‘Leidse’ competitie. Ja, je leest het goed: elftal. Er werd namelijk op het grote voetbalveld gespeeld met elf tegen elf. De cirkel stond op 13 meter. Vandaar moest je schieten op het grote voetbaldoel. Het veld bestond uit 3 vakken: een verdedigingsvak, een middenvak en een aanvalsvak. In ieder vak mochten zich slechts 6 speelsters bevinden, dus om beurten moesten steeds twee verdedigster mee naar voren en twee aanvalsters mee naar achter. Je mocht steeds drie passen doen en dan moest de bal gestuit worden. Dat stuiten gebeurde wel met twee handen, dus zo kon je met lange passen de bal helemaal van achter opbrengen naar voren, tenzij de bal natuurlijk bij het stuiten door de tegenstander werd onderschept en de aanval werd overgenomen. Je begrijpt dat het dus aankwam op conditie, balvastheid en schotkracht. Zij hadden dan ook een trainer weten te strikken, die zowel aan hardlopen als aan krachtsporten deed. Ene Paul Meeuwissen uit Sassenheim. Met de conditie en schotkracht zat het dus wel goed.
De NKS hanteerde wel strenge regels. Zo mocht er bijvoorbeeld zondags niet voor 12 uur worden gespeeld omdat men in de gelegenheid moest zijn om ‘s morgens naar de kerk te gaan. En ook werd er streng op toegezien dat het sporttenue van de dames niet te aanstootgevend was. En al hadden de dames van De Zwaluwen geen officieel bestuur, er was wel een geestelijk adviseur aan verbonden die een beetje toezicht hield op deze zaken. Hij was ook geestelijk adviseur bij de voetbal, namens de NKS, en hij deed een goed woordje voor de dames, zodat zij hun thuiswedstrijden mochten spelen op het veld van grote broer voetbal. Ook mochten we de kleedkamer gebruiken en voor de scheidsrechter werd er een beetje ruimte vrijgemaakt in het hok waar de kalk voor de lijnen werd opgeslagen. Daarmee waren we erg bevoorrecht. Bij de uitwedstrijden werd meestal op een stuk weiland gespeeld, en het gebeurde menigmaal dat eerst de koeienvlaaien van het veld moesten opgeruimd, voordat de wedstrijd kon beginnen. En uiteraard gingen de dames altijd op de fiets. Pakje brood en iets te drinken mee, want een kantine was er natuurlijk ook niet en op zondag was alles gesloten. De contributie bedroeg 50 cent per maand.
Er was wel al een zaalcompetitie, maar die werd georganiseerd door het NHV (Nederlands Handbal Verbond) en niet door de NKS. Toch werd er af en toe wel eens een wedstrijd, of toernooitje, vriendschappelijk gespeeld in de HoBaHo hallen te Lisse. Deze hal was daar natuurlijk niet op ingericht en dat was dus behelpen. Zo moesten de dames zich omkleden achter grote stapels bollenmanden en wassen deden ze maar weer als ze thuis waren.
De 11-handbalcompetitie van de NKS was te klein en kwam niet verder dan het rayon Leiden. Ook al werd je kampioen, dan bleef je het volgende jaar gewoon in dezelfde afdeling handballen tegen weer dezelfde ploegen. Van promotie of degradatie was dus geen sprake. De NKS besloot een fusie aan te gaan met het NHV, zodat er voor hun ‘katholieke’ handbalverenigingen meer competitieverbanden mogelijk werden. Maar het spelen voor het NHV was allemaal veel officiëler en dus waren er verenigingsstatuten nodig en moest de vereniging ook worden ingeschreven bij het NHV.
In 1956 klopten de dames daarom aan bij toenmalig voetbalvoorzitter Jan Piet Vester met het verzoek om onder de statuten van de voetbalvereniging Foreholte, hun handbalclubje te kunnen voortzetten. We waren welkom en via toenmalig voetbalbestuurslid Jan v.d. Hoeven, werden de wedstrijden aangeschreven. Ook kregen we via de voetbal een nieuwe trainer. Leo van der Lans werd aangesteld om de conditie van de dames op een nog hoger peil te brengen. We hadden nog geen echte wedstrijd-tenues maar wilden toch wel in de kleuren van Foreholte spelen, dus iedereen werd verzocht een wit broekje te kopen en iets “roods” er op aan te trekken. Zo speelde de een in een rood bloesje, de ander in een rode sweater of truitje, soms 10 verschillende kleuren rood. Bea Turnhout, Ria Turenhout en Nel v.d. Geer regelden dat de speelsters op de hoogte waren van wanneer ze moesten spelen en wanneer ze moesten trainen. Zij waren spelend bestuurslid. Toch bleven we, ook onder het NHV, nog twee seizoenen spelen in een rayon Leiden omdat ook de ‘Haagse’ verenigingen niet zo’n trek hadden in de verre uitwedstrijden in de omgeving van Leiden. Nog niet zo heel veel mensen hadden een auto en op de fiets was het allemaal wat ver. Maar toen we in het seizoen 1957-58 én in 1958-59 kampioen werden, vond het NHV het toch beter om ons in te delen in de 3e klasse van de afdeling Den Haag, samen met MSV uit Noordwijk. We worden in dat eerste jaar tweede achter Vita Nostra, dus de prestaties waren er wel, maar het reizen was toch een groot probleem. We hadden een paar mensen in Voorhout die vaak voor ons reden naar Den Haag. Met name de grote auto van Piet de Pap (melkfabriek} werd helemaal volgepropt met speelsters en ook op Wim Prins en de heer Pennings werd vaak een beroep gedaan.
In 1960-61 begonnen we ook met jeugdteams, maar die bleven wel in een apart rayon Leiden handballen vanwege dezelfde vervoersproblemen. De jeugd speelde het 7-handbal zoals we dat nu nog kennen. Op een gedeelte van het ‘grote’ veld werd iedere week met linten een klein veldje uitgezet, waarop de jeugd dan kon spelen. We begonnen met twee junioren- en een adspirantenteam. We speelden van september tot half november, dan volgde een winterstop om vanaf maart de veldcompetitie af te maken. Vooral in november en maart werden vaak wedstrijden afgelast vanwege de slechte toestand van de velden. In de winterstop werd wel eens een zaalhandbaltoernooitje georganiseerd in de Groenoordhal, die toen nog uitsluitend als veemarkthal dienst deed. Voor de jeugd werd jaarlijks een Sinterklaasavondje georganiseerd. De 3 bestuursdames zorgden dan voor limonade en speculaasjes. De vereniging wordt groter en ook de problemen werden groter. In het seizoen 1961-62 dreigden we uit de competitie te worden genomen omdat we twee keer niet waren opgekomen. We hadden inmiddels 3 adspirantenteams en uit de junioren begonnen de eerste aanvullingen over te komen naar de senioren. De dames kregen steeds meer moeite om de vervoersproblemen op te lossen, leiders te vinden voor de opkomende jeugd, en om de touwtjes financieel aan elkaar te knopen. Daarnaast hadden zij natuurlijk ook nog hun eigen trainingen en wedstrijden.
Bea, Ria en Nel gingen daarom op zoek naar mensen in Voorhout, die niet zelf handbalden, maar die de vereniging wilden leiden en de contacten met het NHV en het voetbalbestuur onderhielden. En met succes. Met ingang van het seizoen 1962-63 hadden we een officieel bestuur. Jan van der Geest werd voorzitter, Ina Zwetsloot secretaresse, Jan Noordermeer penningmeester, terwijl Truus en Gerrit van Bemmelen het wedstrijdsecretariaat voor hun rekening namen. We bleven nog wel een onderafdeling van de voetbal, dus was Wim Prins namens de voetbal aan ons bestuur toegevoegd om de contacten te onderhouden.
Onder het nieuwe bestuur werden de zaken al direct een stuk ‘professioneler’ aangepakt en we gingen ook deelnemen aan de zaalcompetitie. Er kwam een echte handbaltrainer. Jan Jansen uit Leiden had veel ervaring opgedaan als speler en trainer bij HVL uit Leiden. Voor de meeste dames was het een hele omschakeling van het 11-handbal op het grasveld buiten, naar het 7-handbal in een verwarmde zaal met een harde vloer. Het met één hand tippen van de bal, en het veel snellere samenspel in de kleine ruimte, was voor de opkomende jeugd iets gemakkelijker omdat zij op het veld ook 7-handbal speelden. Oorspronkelijk werden we voor de zaalcompetitie ingedeeld in de afdeling Haarlem vanwege de reisafstanden. Maar dat was toch te omslachtig en na één seizoen werden we, ook voor de zaalcompetitie, weer verbonden met de afdeling Den Haag. Dat betekende dat we onze ‘thuis’ wedstrijden moesten spelen in de Houtrusthallen te Den Haag. De ‘uit’ wedstrijden speelden we ook in Houtrust en in de veilinghallen van Poeldijk. Het heeft het nieuwe bestuur heel wat hoofdbrekens gekost om de gigantische vervoersproblemen op te lossen. De eerste jaren in de zaalcompetitie waren nog niet echt succesvol. We trainden in het gymzaaltje van de St. Agnesschool aan de Boerhaavestraat voor de zaalcompetitie en op het voetbalveld voor de veldcompetitie. Deze omschakeling van speltype, tweemaal per jaar, werd door veel verenigingen als veel te lastig ervaren. Er gingen steeds meer stemmen op om het 11-handbal helemaal vaarwel te zeggen en ook buiten een 7-handbalcompetitie te spelen, net als bij de jeugd. In noord- en oost Europa is het 11-handbal al ter ziele en ook in Nederland komt steeds meer verzet. In de afdelingen Rotterdam en Den Haag is echter nog steeds een meerderheid voor handhaving van het 11-handbal.
Door de overkomst van een flink aantal talentvolle junioren en de komst van een uitstekende handbaltrainer in de persoon van Frank Bonte, begon Foreholte behoorlijk aan de weg te timmeren. Ook kwamen er versterkingen naar ons over, zoals Hanna Wang van HVL uit Leiden en Gerda Overdevest van HVS uit Stompwijk. De laatste kennen we nu beter als Gerda van Wil Turnhout en de moeder van Maaike. We werden in 1966 en 1967 nog kampioen op het veld en promoveerden in 1968 naar de eerste klasse van de afdeling Den Haag. Het zou ons laatste 11-handbalseizoen worden. Ook in de zaalcompetitie begonnen we steeds beter te presteren en Frank Bonte wilde met zijn talentvolle jonge selectie hogerop. De jaarlijkse omschakeling van speltype had een negatief effect op de prestaties. Bovendien kreeg de voetbal steeds meer behoefte aan velden. Al met al een reden om ons geheel op het 7-handbal te gaan richten. De resultaten daarvan bevestigden het gelijk van Frank Bonte. Maar daarover meer in de volgende aflevering:
De opmars van Foreholte.
Bronnen:
NHV afd. Den Haag, Betty Deutekom (Zwaluwen), Bea Turnhout, Ria Turenhout, Nel v.d. Geer, Hanny van Dijk, Gerrit van Bemmelen.
Fotobijschriften:
Foto 1: Achter: Betty Deutekom, Wil Dijsselbloem, Leny de Groot, Quirina Langeveld. Midden: Mien Warmerdam. Voor: Bea Turnhout, Riet van Schooten, Henny IJsselmuiden, Alie v.d. Lans, Wil v.d. Hulst, Riet van Steijn (van de Bonte Koe).
Foto 2: 1956 – Het eerste elftal van Foreholte. Staand: Betty Deutekom, Ria Turenhout, Nel v.d. Geer, Agnes Turnhout, Quirina Langeveld. Zittend: Wil v.d. Hulst, Lida Noordermeer, Ria Deutekom, Riet van Steijn, Bea Turnhout, Ans Turnhout en Ria IJsselmuiden
Foto 3: 1966 – Dames Junioren, kampioen 2e klasse. Staand: Jacqqueline Oostdam, Marlies Schoemaker, Anneke Vester, Roni Datema, Elly Huyts en Lizette Vroonhof. Knielend: Willy van Kesteren, Leni Hoek, Anneke van Beek en Tineke van Dam
Foto 4: 1967 – In de gymzaal van de St. Agnesschool. Staand: Ans Bakker, Frank Bonte en Gerrit van Bemmelen. Op de ladder van onder naar boven: Cilia v.d. Berg, Annemieke de Bruyn, Lia van Werkhoven, Netty Blom, Ellen Oostdam, Hanna Wang, Hanny van Dijk, Nora Turnhout en Elly van Dijk.
Klik op de onderstaande foto’s om deze op een groter formaat te bekijken.
Om een idee te geven hoe het handbal toen werd gespeeld, zijn hier wat beelden uit 1959 van het WK in Oostenrijk.
Een reactie plaatsen
Comments 0